Blond, mooi en blogger: Annemerel de Jongh is je favorite girl next door. Maar hee. Dit favoriete buurmeisje houd je niet zomaar bij! Ze kan keihard lopen én schreef er een boek over: ‘Live, love, run’.

Voor iemand die ‘alleen maar op Blake Lively wilde lijken’, zoals ze in haar boek beschrijft, loopt Annemerel (1989) knetterhard. Ze begon met hardlopen in de zomer van 2006; dat had iets met een bikini, een strand en een buik te maken. In een ultrakort spijkerbroekje jogde ze haar eerste kilometers. Ze ging niet stuk. Wat stukgaan is, leerde ze later. Inmiddels is ze duizenden kilometers verder en rent ze over de hele wereld – en voltooide ze vijf marathons.

Duurlopen
In 2016 wil ze haar zesde marathon lopen. Ze weet nog niet waar. Voor Londen heeft ze geen startnummer weten te bemachtigen; misschien wordt het Salzburg. Iets minder kosmopolitisch, maar Annemerel houdt van Oostenrijk. Ze schreef er het slotstuk van haar boek terwijl ze zich voorbereidde op de marathon van Berlijn. Die marathonvoorbereiding ligt haar. ’s Zomers zet ze de wekker om vijf uur; ze neemt een ontbijtje en rent om zes uur de deur uit om de warmte vóór te zijn. Ze loopt trouw twee keer 25 kilometer, twee keer 30 en twee keer 35 kilometer (en nog een paar afstanden daar tussenin). ‘Die duurlopen vind ik lekker. Laatst ben ik op een maandagavond even 30 kilometer gaan lopen. Ik had geen schema, geen doel – ik wilde gewoon een lange training doen.’ Hardlopen doet ze altijd alleen, behalve op vakantie; dan gaat haar vader mee.

Schoenen
In 2006 trok ze haar sneakers aan voor haar allereerste rondje joggen. In Glamour stond een schema waarmee ze in tien weken vijf kilometer moest kunnen lopen. Annemerel was fit en bleek makkelijk te lopen: na twee weken had ze die vijf kilometer al volbracht. Helaas kreeg ze daar gratis en voor niks een blessure bij. ‘Ik ging veel te snel en boven- dien droeg ik de verkeerde schoenen. Omdat ik skeelerde en voorheen had getennist, had ik de conditie wel, maar hardlopen was een totaal andere belasting.’ Hoe dan ook, het lopen werkte verslavend. ‘Mijn vader wilde ook gaan hardlopen. We kregen allebei van mijn moeder een paar nieuwe loopschoenen.’

‘Hardlopen kan ik altijd en overal, zonder met iemand rekening te houden. Ik loop alleen, hoef niets af te spreken, ik moet niets. Daar houd ik niet van. Toch heb ik me voorgenomen om dit jaar vaker met anderen te lopen, want het is wel leuk om van andere lopers te leren en hun verhalen te horen’, vindt ze.

Ik vind het makkelijker om iets te doen dan om te laten

Beetje ADHD
De marathon van Berlijn was haar mooiste race tot nu toe. ‘Rotterdam en New York vielen me in 2014 zwaar. In New York wilde ik onder de vier uur lopen, maar het werd 4.17. Vanaf 23 kilometer moest ik wandelen, gelukkig kan ik dat heel snel’, lacht ze. Tijdens haar voorbereiding op Berlijn klopte alles: Annemerel werkte aan haar boek, deed duurlopen, trainde op snelheid en was tien kilo lichter. ‘Ik zat er meteen in tijdens de marathon. Ik wilde 3.35 lopen, maar durfde niet te bedenken dat dat echt zou gaan lukken. Na 25 kilometer dacht ik: ik ga te snel! Maar het ging gewoon goed. Het voelde zo lekker. Ik heb nauwelijks pijn gehad en het was superlekker weer. Ik kon nauwelijks geloven dat ik 3.26 had gelopen!’ Ze heeft, zoals ze het zelf zegt, ‘een beetje ADHD’. ‘Na de marathon was ik helemaal hyper en de volgende dag liep ik al weer vijf kilometer. En een week later liep ik 47 kilometer met Anton-Jan Thijssen mee langs de Rand van het Land.’


Doel
‘Ik ben niet één keer uitgeweest die zomer. Ik vind het fijn om een doel te hebben. Als freelancer moet je jezelf een doel stellen, vind ik. Bovendien, als ik een boek schrijf over hardlopen, moet ik toch zelf ook wel een beetje kunnen lopen. Ik word graag serieus genomen.’ Dat ze zichzelf en haar sport serieus neemt, is te zien aan de toewijding waarmee ze te werk gaat. Tijdens haar vakantie in Italië stond een training van 20 kilometer op haar schema. Ze liep rondjes van 330 meter op een sportpark tot de 20 kilometer erop zat – het landschap was er te steil om een fatsoenlijke duurloop te kunnen doen.

Major Six
Na die prestatie in Berlijn wil ze nog harder lopen dan 3.26. ‘Maar ik vraag me af wat ik dan nog meer moet opgeven. Een tijd van 3.20 lijkt me tof, maar Boston lopen wil ik ook. Ik wil alle Major Six lopen, al heb ik op dit moment niet zoveel met Tokio. Een trail lijkt me ook mooi, maar ik zou niet weten hoe ik daarvoor moet trainen – ik woon in Den Haag.’

Hardloopdagboek
‘Ik heb altijd al een boek willen schrijven, maar kampte in het begin met schrijfvrees’, bekent ze. Ze blogt sinds haar veertiende. Haar uitgever bij LeV. volgt haar al sindsdien. ‘Ik wilde een boek schrijven over heel veel onderwerpen, maar uiteindelijk bleek hardlopen het beste bij me te passen. Voor meiden tussen de 16 en 35 jaar is er nog geen boek zoals dit.’ Sinds juni 2014 deelt Annemerel al haar trainingen op Instagram met de Nike + App. ‘Ik ben er ooit mee begonnen en niet meer opgehouden. Het wordt een soort hardloopdagboekje; ik probeer er ook anderen mee te inspireren. Ik maak ook een post als ik geen zin heb, dat zet ik er ook gewoon bij in de comments. Mensen denken vaak dat hardlopen alleen maar leuk moet zijn, maar dat is niet zo. Het geeft niks als het eens niet leuk is; die trainingen heb je óók nodig. Als ik geen zin heb, zet ik mijn verstand op nul en ga ik gewoon lopen. Soms wordt een tempotraining dan een duurloop.’

Ik kon nauwelijks geloven dat ik 3.26 had gelopen

Afspraak
Annemerel maakt haar eigen loopschema’s en zet ze in haar agenda. Het is gewoon een van de afspraken die ze heeft; dit is een afspraak met zichzelf en haar loopschoenen. ‘Een trainer zie ik niet zo zitten. Iemand die me vertelt wat ik moet doen, nee. Ik stel vragen aan mijn fysiotherapeut en aan een vriendin en haal daar uit wat voor mij belangrijk is.’

Oreo’s
‘Ik vind het makkelijker om iets te doen, zoals hardlopen, dan om iets te laten, zoals lekker eten’, is haar mening over gezond leven. ‘Ik eet alles waar ik zin in heb, al eet ik gezonder als ik veel aan het hardlopen ben – dat heeft met mijn focus te maken. Ik sluit niets uit, maar neem tegenwoordig wel minder frisdrank en toegevoegde suikers. In 2014 zat ik na een lange duurloop op mijn bed met een fles cola en een pak Oreo’s. Afgelopen zomer had ik door de warmte geen zin in zoetigheid en haalde ik na mijn duurlopen verse sushi. Ik leefde gezonder en was minder vermoeid.’ Voorafgaand aan een marathon eet ze ’s avonds zes pannenkoeken met jam en ’s ochtends bij het ontbijt ook. ‘Soms is het proppen, maar ik weet gewoon dat ik die koolhydraten nodig heb.’

Eindeloos
Ze lijkt gemaakt voor lange afstanden, toch is ze soms bang om stuk te gaan. Op een tien kilometer vindt ze het stuk tussen drie en zeven kilometer eindeloos lang duren. Tijdens de marathon van Berlijn ging ze niet stuk. ‘Dan vraag ik me na de finish wel af of ik niet harder had gekund.’ Tijdens haar laatste duurloop van 35 kilometer kwam er een moment, na 12 kilometer, waarop ze dacht: ik moet nog 23 kilometer, nee! Ze nam een foto van zichzelf, postte hem op Instagram en liep de rest van de training uit onder meer dan 100 aanmoedigingen van haar trouwe volgers (ruim 23.000).