Ook voor dit nummer gaat Bram Bakker uit zijn comfortzone. Hij doet mee aan de 67e editie van de Maple Leaf Cross in de bossen van Hilversum.

Nooit echt mijn ding geweest, dat crossen. Maar nadat ik voor dit magazine ook al een trailrun en een obstacle run heb verslagen, mag zo’n winterse activiteit natuurlijk niet ontbreken. Misschien wel twintig jaar heb ik iedere veldloop vermeden. Ze gaan vaak over vreemde afstanden en je krijgt dan nietszeggende eindtijden, vond ik altijd.

Lente
Wat dat betreft is deelname aan de Maple Leaf Cross alvast prettig: het parcours is precies tien kilometer. Geheel onverwacht lijkt het eerste weekend van november ook nog eens veel meer op lente dan op herfst. Het warmste november-weekend uit de geschiedenis. Bij een temperatuur van zo’n achttien graden is er geen sprake van modder. Er hangen nog best veel blaadjes aan de bomen en stormen doet het ook nog niet. De prachtige cross-schoenen die ik heb gekregen had ik vandaag best thuis kunnen laten, met dit weer volstaan een paar gewone wedstrijdschoenen ook. Op de weg zouden het perfecte omstandigheden zijn voor een snelle tien kilometer. Omdat ik twee weken geleden de marathon van Amsterdam heb gelopen zou het met mijn snelheid ook nog wel goed moeten zitten. Dus nu maar eens kijken hoe lang ik over vier rondjes door het Hilversumse bos doe, met scherpe bochten en een paar venijnige klimmetjes.

Tussen de toppers
De organisatie is zo vriendelijk geweest me uit te nodigen voor deelname aan de wedstrijd. Zo sta ik met maar ongeveer vijftig imposant ogende atleten aan de start, terwijl er in de ochtend al honderden recreanten over hetzelfde parcours zijn gerend. Er doen echte toppers mee, zoals bij- voorbeeld Gert-Jan Liefers. Die man moet nog eens serieus voor een marathon gaan trainen, met de enorme basissnelheid die hij heeft. (Liefers wordt tweede, achter een mij onbekende Zuid-Afrikaan die in 32.59 minuten finishte). Mijn fotograferende vriend Corné, die in Hilversum woont, vertelt trots dat hij die ochtend na langdurig blessureleed een behoorlijke tijd van 45 minuten heeft gelopen. Dat moet ik in ieder geval sneller kunnen, stel ik mezelf als eerste doel. En omdat ik mijn horloge ben vergeten kan ik ook mooi eens proberen om op gevoel te lopen: na iedere ronde passeer ik de wedstrijdklok en kan ik checken hoe constant ik loop.

Bladzijde-49

Achterhoede
We worden weggeschoten en onmiddellijk is duidelijk dat ik me in een elitegezelschap bevind: binnen een paar honderd meter behoor ik tot de achterhoede en niet alleen omdat ik een beetje voorzichtig gestart ben. Het gemiddelde niveau is hier heel veel hoger dan ik gewend ben. Toch lukt het me om niet mee te gaan in een onverantwoord hoog tempo. Ik sluit me aan bij een jongedame, die in de vrouwenwedstrijd ook niet meer dan een middenmoter is. Het eerste rondje is bedoeld om het parcours te verkennen, heb ik met mezelf afgesproken. We moeten over een wisselende ondergrond, met onder meer een lastig stukje heel rul zand, en dan zijn er nog twee klimmen. De eerste gaat kort, maar heel venijnig omhoog en wordt gevolgd door een iets minder steile afdaling. Direct daarna volgt nog een bultje, dat op zichzelf minder lastig is, maar als toetje toch vrij pittig. Met een paar scherpe bochten komen we in het laatste deel van de ronde op mooie rechte bospaden waar je lekker vaart kunt maken. Maar wel moet je blijven uitkijken voor boomwortels, want die zijn er stiekem ook nog.

 Mooi vlak
Het gaat eigenlijk best lekker. De temperatuur is perfect, de zon brandt niet echt meer en er is een aardig briesje. Ik passeer de dame die ik als gezelschap had in mijn eerste ronde, en richt me op een volgende voorganger, een meter of vijftig voor me. Het lukt om heel geleidelijk de afstand die ons scheidt te overbruggen en op de eerste klim van het tweede rondje laat ik ook hem mijn hielen zien. Het deelnemersveld is inmiddels geheel uit elkaar geslagen, zowel voor als achter me bespeur ik slechts eenlingen. Aan het begin van mijn derde ronde vang ik een glimp op van de voorste lopers, die al over de helft zijn van de ronde waar ik nu aan begin. Het zal me toch niet gebeuren dat ik word gelapt? Ik probeer mijn tempo nog wat op te voeren, maar dat valt niet mee. Het bochtenwerk en de heu- veltjes hebben hun tol al geëist, ik kan niet meer doen dan proberen mijn verval te beperken. Aan het einde van de één-na-laatste ronde kan ik aan de hand van mijn tussentijd berekenen dat ik ruim onder de 45 minuten van Corné ga blijven. En de koploper zie ik nog nergens achter me. Ik probeer me te concentreren op mijn techniek, en door te gaan waar ik tot nu toe mee bezig ben: het lopen van een mooie vlakke race.

Op gevoel
Het is wel een prettige constatering dat de ondergrond er weinig toe doet bij het lopen van een goede wedstrijd. Het gaat er enkel om dat je tegen je limiet aanloopt en niet net er over. En daar kun je je ook tijdens een cross op concentreren. Sterker nog: omdat tijden niet zoveel zeggen is het misschien wel heel goed om juist onder deze omstandigheden te oefenen op het lopen op je gevoel. Zonder hartslagmeter en met maar eens per ronde een tussentijd. Ik loop ook mijn vierde ronde nog in hetzelfde tempo als de eerste en sla tevreden af naar de finish aan het einde van dat laatste rondje. Ik heb een flinke inspanning geleverd, maar zoals altijd weer een heel voldaan gevoel. Ik ga nog vaker crossen en kom zeker ook terug bij deze prachtige en goed georganiseerde Maple Leaf Cross. Hoewel het me dan wel verstandig lijkt om gewoon tussen de recreanten te starten, want lopen in de achterhoede ben ik niet gewend, en wil ik het liefst nog even vermijden.