Het leven van Pepijn Lanen, AKA Faberyayo van de Jeugd van Tegenwoordig, is niet alleen maar rap 'n roll. Sinds een jaar of zes leeft hij gezonder en loopt hij hard. De marathon neemt hij serieus, maar de dag ervóór thuiszitten met een bak spaghetti, is niks voor hem.
De afgelopen winter stond in het teken van de halve mara- thon in Hong Kong. Zijn loopmaatjes van het Patta Running Team wilden daar de 42,195 kilometer gaan lopen, maar op dat moment was de halve afstand voor Pepijn voldoende. “Ik ging een hele marathon toen niet redden; ik kon er niet genoeg tijd voor vrijmaken. Ik vond het gewoon leuk om erheen te gaan.” Hij trainde in en om Amsterdam, maar ook in de VS. “Toen ik op vakantie was met mijn vriendin hebben we samen hardgelopen in LA en San Fransisco. Dat was fijn, alleen al om eens in een andere omgeving te lopen.” Op de foto’s op Instagram zijn bovendien blote benen te zien; dat moet ook prettig geweest zijn tijdens de Hollandse winter. Al doet hij niet moeilijk over het weer; “Dat is er nu eenmaal. Maar die routes in Amsterdam raken een beetje ‘op’, zo onderhand. Soms is het moeilijk om daar nog enthousiast over te zijn.” Hoewel hij doortraint tijdens zijn vakantie, laat hij het gezonde leven dan een beetje varen. “Als ik op vakantie ben, eet ik hamburgers en drink ik milkshakes”, grijnst hij.
Afzien
Faberyayo’s eerste wedstrijd was de Dam tot Damloop in 2010. Dat viel niet mee. “In die tijd liep ik nog niet zo lang en veel en ik had nog nooit verder gelopen dan tien kilometer, dus het was wel afzien.” Toch kreeg hij de smaak te pakken. Bij wat drankjes na het Amsterdamse evenement werd er al gesproken over de Halve van Egmond, de zware strijd tegen de elementen over het strand en door de duinen. En nog eens vijf kilometer verder dan het parcours van Amsterdam naar Zaandam. Pepijn, nog in de roes van de overwinning na het volbrengen van de 16,1 kilometer, besloot zich goed voor te bereiden en ging samen met zijn vriendin trainen. Inmiddels heeft hij ‘Egmond’ twee keer volbracht en liep hij ook de Amsterdam Marathon. Tijdens wedstrijden probeert hij niet te hard van start te gaan. “Ik probeer in een comfortabel tempo te lopen. Maar het hoeft niet alleen maar makkelijk te zijn, want op het moment dat ik over de finish kom, wil ik wel het gevoel hebben dat ik genoeg gedaan heb. Gelukkig heb ik tijdens een wedstrijd nog nooit hoeven wandelen.”
Constante factor
Hardlopen maakt hem fitter. “Ik ben gaan sporten voor mijn algehele fitheid; hardlopen is beter voor mijn longinhoud en mijn conditie. Dat merk ik tijdens het optreden. Bovendien is sporten een constante factor in mijn vaak wisselende schema.” De ene week treedt Pepijn vijf keer op, de week erop geeft hij geen shows maar is hij bijvoorbeeld druk bezig in de studio. Op maandag, woensdag en vrijdag doet hij aan kickboksen en krachttraining; op dinsdag en in het weekend gaat hij rennen. Dat geeft hem structuur. Het tijdstip waarop hij traint, maakt hem niet zoveel uit. “Maar als ik ’s ochtends heb getraind, vind ik dat de rest van de dag wel een prettig gevoel.” Direct effect op zijn muziek heeft het hardlopen niet. “Maar als ik me fit voel, heeft dat in- vloed op de shows die ik geef en op mijn gemoedstoestand.”
Zenuwachtig
Toen hij zich aan een marathon waagde, kiende hij zijn zware trainingsweken zorgvuldig uit, zodat ze niet samenvielen met weken waarin hij veel moest optreden. Hij trainde toen twee keer doordeweeks en liep de lange duur- loop in het weekend. “Ik deed het samen met mijn vriendin en zij werkt fulltime.” Die lange duurlopen probeerde hij altijd op een rustig moment te doen. De marathon zelf liep hij na een drukke avond; op zaterdagavond trad hij op in Limburg en de volgende ochtend stond hij bijtijds in het startvak in het Olympisch Stadion. “Tja”, zegt hij laconiek, “je kunt wel thuis gaan zitten en een bak spaghetti naar binnen werken, maar als je zenuwachtig bent, doe je toch geen oog dicht.” En nerveus was Pepijn, voor die 42 kilometer. “Psychisch vond ik die lange afstanden het zwaarst. Tijdens de trainingen ook; alles dat verder is dan tien kilometer is toch een hele kluif. Ik merkte dat de marathon altijd in mijn hoofd zat tijdens die trainingen.”
Duurloop gemist
Na een loopje in Parijs van tien kilometer, vlak voor de marathon, kreeg hij last van zijn knieën. Daardoor miste hij de laatste lange duurloop van 33 kilometer voor de marathon. “Dat ik die training miste, vond ik extra spannend. Op het moment vlak voor de start, sta je daar met z’n allen in dat vak. Ik dacht: waar ben ik aan begonnen? Maar toch ren je weer over die finish heen, en dat moment komt altijd eerder dan ik verwacht. Ik was heel blij toen ik finishte in het stadion.” Een marathon lopen betekent voor Pepijn niet alleen flink trainen, maar ook het aanpassen van zijn levensstijl. “Ik lette goed op mijn voeding en dronk geen alcohol. Bij de finish in Amsterdam was ook dat afgerond, dat was een verlossing.”
ALS IK OVER DE FINISH KOM WIL IK HET GEVOEL HEBBEN DAT IK GENOEG GEDAAN HEB
Muziek
Als hij in zijn eentje loopt, neemt Pepijn altijd muziek mee. “Waar ik naar luister, is heel verschillend. Soms zet
ik juist iets op dat ik nog niet ken, voor de afleiding. Soms heb ik dan niet zo door dat ik ren. En een andere keer zet ik weer iets op waar ik heel veel zin in heb, dat motiveert me tijdens het lopen.” Herkend wordt hij niet tijdens het trainen. Tenminste, niet dat hij weet. “Ik ben bezig met hardlopen. Ik kijk op een andere manier naar de omgeving als ik ren; ik ga sneller en zit in een ritme. De omgeving lijkt vloeiend te worden. Of er dan mensen zijn die naar mij kijken, zou ik echt niet weten.” Ik kijk op een andere manier naar de omgeving als ik ren; ik ga sneller en zit in een ritme. De omgeving lijkt vloeiend te worden. Of er dan mensen zijn die naar mij kijken, zou ik echt niet weten.”
Bucketlist
Op zijn bucketlist staan nog de marathons van Tokio en New York. “Tokio is een toffe stad in een mooi land. Nu de marathon toegankelijk is voor iedereen, wil ik er heel graag aan meedoen. Voorheen moest je je ervoor kwalificeren. New York zou ik ook wel willen lopen, maar het parcours schijnt daar wel zwaar te zijn met al die bruggen.” Is hardlopen voor Pepijn iets dat móet of iets dat mág? “Het zit er tussenin. Ik doe het omdat het goed voor me is, voor mij en mijn leven. Het is fijn om er tijd voor te maken en er moeite in te stoppen. Ik trek niet steeds vloekend mijn schoenen aan, maar ook niet altijd fluitend. Ik weet wél dat ik me niet goed voel als ik niet ben gaan lopen, en dat ik me veel beter voel als ik dat wel heb gedaan.”
SOMS ZET IK JUIST IETS OP DAT IK NOG NIET KEN, VOOR DE AFLEIDING