April 2015. Zestien hardlopers nemen deel aan de Run2Day Mera Peak Challenge, een expeditie om geld in te zamelen voor AutismCare Nepal. Amper terug in Kathmandu, maken ze een zware aardbeving mee. Voor expeditieleider Eddie Sevink het startsein om nóg meer hulp te bieden.
Eddie runt Run2Day Zwolle. Al sinds 1997 zamelt hij geld in voor met name kinderen. Zie 112Nepal.nl om fysieke of geldelijke hulp aan te bieden, of loop mee tijdens een gratis, unieke Free Feet 038-run in Zwolle (Google ‘Stadskantoorrun’ voor de loop van 4 oktober). Je kunt Eddie ook helpen geld in te zamelen voor gepersonaliseerde kankerbehandelingen: StelvioForLife.nl
De liefde voor Nepal begint met een artikel over de Sikkim Himalaya Challenge Marathon. ‘Die wil ik lopen!’ denkt Eddie Sevink (49). En dus gaat hij zeventien jaar geleden naar Nepal. Eddie kent het gezegde ‘eerst kom je voor de bergen, daarna kom je terug voor de mensen’, maar dat lijkt hem onzin. Toch is ook hij meteen geraakt door het land, en keert hij onder andere in 2007 en 2013 terug om de Tenzing Hillary Everest Marathon te lopen. Tijdens zijn tweede ‘Tenzing Hillary’ vertelt een gids hem over de Mera Peak, een Nepalese berg van maar liefst 6.476 meter hoog. Het plan voor een expeditie is snel gemaakt, en in april 2015 probeert Eddie samen met vijftien andere hardlopers de Peak te bedwingen. Hoewel ze de top niet halen – ‘Er lag zo gruwelijk veel sneeuw!’ – en fotografe Jessica Elshout moet uitvliegen vanwege hoogteziekte, is het een geslaagde expeditie. Terug in Kathmandu, Eddie zit laat in de ochtend na te genieten in de lobby van het hotel, begint de aarde te schudden. Een deel van het hotel stort in, de straten golven en de aarde gromt. Wonder boven wonder raakt niemand van het team ernstig gewond. Eddie heeft glasscherven in zijn rug, zijn knieën en zijn ellebogen zijn kapot. Het doet hem op dat moment niets: om hen heen ziet hij zoveel dode mensen, zoveel ellende. Op hun terugvlucht twee dagen later zien de hardlopers de totale verwoesting vanuit de lucht. Toch wordt de ernst van de aardbeving pas echt duidelijk wanneer ze terug in Nederland het nieuws kijken (in mei volgt een tweede beving, waarna het totaal aantal doden stijgt tot zo’n 8.700, en het aantal ingestorte huizen tot een half miljoen, red.). Eddie: ‘Achteraf besef je dat je door het oog van de naald bent gekropen. Dat van de groep níemand is omgekomen… Dan besef je dat je niet één engeltje op je schouder hebt gehad, maar een heel regiment aan engeltjes.’ Tot Eddies opluchting hebben ook zijn Nepalese vrienden het overleefd. ‘Maar een groot deel van hen heeft helemaal niets meer.’
Eddie zoekt contact met het Firefly Kindertehuis, een tehuis dat hij al eerder steunde. Gelukkig staat het nog overeind. Eddie: ‘Ik dacht: als ik met wat vrienden, kennissen en zakenrelaties een paar duizend euro bij elkaar kan krijgen, dan kunnen we daar al heel wat doen.’ Vanuit de groep krijgt hij te horen: “Dit ga je niet alleen doen! Hoe meer we samen doen, hoe meer geld we bij elkaar krijgen.” Voor het benefietdiner dat Jessica organiseert, bedenken ze een catchy naam: 112Nepal. Samen met Taco Jongman en Gert van Beek, vrienden die er in 2007 en tijdens de aardbeving ook bij waren, groeit 112Nepal al snel uit tot een heuse stichting. Met het geld dat de oprichters bij elkaar krijgen, nu al zo’n € 55.000, weten ze de meeste reparaties van het kindertehuis te financieren. Ook gebruiken ze geld én hun mankracht om een Firefly-dependance helemaal op te knappen: in oktober 2015 gaat Eddie met Jessica, Taco en Gert terug om te schilderen, vloerbedekking te leggen, bedden te kopen, enzovoort. ‘Met de handen nog onder de verf gingen we weer terug in het vliegtuig.’ De reis- en verblijfskosten betalen ze overigens zelf: ‘Iedere euro die ingebracht wordt, geven we uit aan de activiteiten in Nepal. Er blijft geen euro, geen postzegel aan de strijkstok hangen.’
Hun waardering voor het leven…
Zo zijn Eddie en zijn vrienden nu bezig met het bouwen van een school en een speelplaats, en volgen hierna projecten die de leefbaarheid van het tehuis moeten verbeteren. Er is niet een specifieke gebeurtenis die Eddie motiveert; het komt uit zijn hart. ‘Het gaat me vooral om de kinderen daar, de volwassenen van de toekomst. Zij krijgen de wederopbouw voor hun kiezen.’ Wat hem zo raakt in de Nepalezen? ‘Hun waardering voor het leven… Ze zijn zo enorm tevreden. In Nederland hebben veel mensen last van het ‘Rupsje-nooit-genoeg’-principe. Nepalezen hebben niets, maar zijn wel in staat te delen. Bij slecht weer in de bergen mag je bij hen schuilen, ook al hebben ze eigenlijk geen ruimte. Ze zetten thee voor je, al kunnen ze zich zelf nauwelijks bedruipen.’ Eddie hoopt in oktober weer te gaan helpen. ‘En als dat niet lukt, ga ik in april.’