Deze hardlopers werden al rennend ten huwelijk gevraagd.

Sanne Verstegen (29): “Tijdens een trainingsstage in Monte Gordo leerden Peter en ik elkaar echt kennen. Peter was net als ik een 400 meter-loper. Ik ben inmiddels overgestapt op de 800 meter; die afstand past beter bij me. Een van de mooiste momenten dit seizoen was in juli: ik liep op het NK een championship record. Bij 700 meter hoorde ik de speaker: ‘…veel succes in Zurich!’ Daar liep ik een maand later voor het eerst op het EK. Dat ging niet zoals gehoopt. Peter nam me twee dagen na mijn uitschakeling mee een berg op; het was koud en het hagelde. Ik zat met mijn hoofd bij de rest van het seizoen en zag zijn aan- zoek niet aankomen. Peter is heel lief, maar totaal niet romantisch! Pas toen hij na een warme chocolademelk weer die kou in wilde, dacht ik: het zal toch niet? Ik zei meteen ‘ja’.”

Peter Wolters (33): “Zelf ben ik sinds een jaar gestopt. Afgestudeerd, gaan werken; dan ben je wel eens moe ’s avonds. Voor je het weet, heb je twee weken niks gedaan. Tijdens de trainingsstage hier in Flagstaff, Arizona, begeleid ik Sanne aan de hand van schema’s van haar trainer. Soms loop ik mee tijdens korte duurloopjes. Thuis pak ik vaker de fiets. De dag na haar uitschakeling in Zürich fietste ik met twee vrienden langs de Säntis en dacht: daar moet ik met Sanne naartoe! Normaal heb je er uitzicht over zes landen. Dat wij slecht weer hadden, maakte het ook wel spannend. Ik ging op mijn knieën en anderhalve maand later zijn we getrouwd. Het feest was op de atletiekbaan in Castricum. Sanne heeft ‘s morgens nog gelopen: de plechtigheid was na de lunch, dat is voor haar een nieuwe dag. Atleten hebben veertien dagen in een week.”


Arend Enting (52): “Vlak voor de Bommen Berendloop in Groningen, augustus 2004, zag ik een vrouw tegen een pilaar staan. Ook al was het 23 jaar geleden dat ik haar voor het laatst zag, ik herkende mijn onbereik- bare liefde van de middelbare school meteen. Ik snapte alleen niet wat ze in mijn wereld deed – want zo voelde de hardloopwereld voor mij. Ik was halverwege de jaren negentig gaan lopen om af te vallen, bleef het doen om lekker te kunnen blijven eten en raakte vervolgens verslaafd. Hanneke herkende me eerst niet, ik was zo’n ander mens geworden, zachter. Ze was meteen nieuwsgierig naar wat er achter die verandering zat. Met een smoesje belde ze me die avond op. Al bij onze eerste afspraak wist ik het: het gevoel was er meteen weer. Nog geen halfjaar later vroeg Hanneke me ten huwelijk, terwijl ik de slotmeters van de Midwintermarathon van Apeldoorn uitliep. Ik kreeg er nog net ‘ja’ uit.”

Hanneke Scholing (52): “Het was bij die afspraak gelijk pats, boem, liefde op het eerste gezicht. Ik was helemaal in de war: ik ben verliefd, hoe kan dat? Het huwelijksaanzoek was niet gepland. Ik begon een jaar of 17, 18 geleden te lopen omdat een vriendin vroeg of ik eens met haar mee wilde. Mijn eerste wedstrijd was de Natuurloop minstens een jaar later: 10 mijl in Siddeburen. Inmiddels geef ik trainingen bij Loopgroep Westerbork. Die dag in januari 2005 liep ik een kortere afstand dan Arend. Tijdens het hardlopen dacht ik: als ik gedoucht heb, kan ik het tussendoor nog even regelen. De speaker was misschien nog wel enthousiaster dan ik. ‘Arend, Arend!’, riep hij. ‘Er staat hier een meisje dat dolgraag met je wil trouwen!’ Toen Arend ‘ja’ zei, net voor de finish, begon het publiek te klappen. Daar heeft hij niks van meegekregen, zo moe was hij. Precies twee jaar nadat we wisten ‘we zijn verliefd’, trouwden we. Op ons feest kwamen mijn lopers knieheffend binnen. Zo leuk!”


Mieke van der Waal (28): “Op mijn vijfde was mijn moeder bevriend met de moeder van wat ik toen een heel vervelend jongetje vond. Vijftien jaar later bleken we allebei in Rotterdam te wonen en besloten samen te gaan stappen. Ik nam vriendinnen mee, hij nam Tijs mee. Na een tijdje msn’en en bellen, spraken we af op Valentijnsdag. Het was meteen raak. Sinds drie jaar wonen we samen, en sinds twee jaar loop ik hard. Eerst met collega’s om te trainen voor de 10 kilometer van Rotterdam. Daarna kreeg ik last van mijn voet. De fysio-oefeningen helpen niet voldoende, maar ik wil blijven hardlopen omdat ik veel op kantoor zit. Vaak ren ik met mijn broertje, maar niet op zondagen, dan is hij wezen stappen. Toch wilde Wijnand op zondag 5 oktober mee. Het klonk logisch: hij moest voor het werk een sportcamera testen. Achteraf snapte ik zijn paniekerige telefoontje toen hij wakker werd: ‘Miek! Ben je er nog?’ Normaal is hij heel relaxed.”

Tijs Horn (28): “Met Mieke heb ik een paar keer hardgelopen, maar ik bas- ketball, fiets vaak naar mijn werk en fitness thuis. Zondag is mijn rustdag. Het aanzoek moest iets bijzonders zijn, iets wat ze niet meer vergeet. Alleen ging het bijna mis: Wijnand versliep zich en Mieke wilde al alleen rond de Kralingse Plas gaan rennen. Zonder hem zou ik niet weten welk rondje! Miekes moeder zat in het complot; zij heeft Wijnand net op tijd uit bed getrokken. Op hun route liet ik zes vrienden in de tegengestelde richting langslopen, ieder met één woord van de vraag ‘Lieve schat, wil je met me trouwen?’ op een spandoek. De eerste vriend liep in zijn Feyenoord-shirt. Mieke herkende hem en dacht: wie bij Feyenoord heet er nou ‘Lieve’? Ik liep met ‘trouwen’. Uiteindelijk ben ik op mijn knieën gegaan. Er kwamen een hoop hoge tonen uit Mieke; waar- schijnlijk zat er ook een ‘ja’ tussen. Het leukste vind ik dat het voor haar een gewone zondag was, ze had helemaal niks door.”